Lichtstoet Mol Ginderbuiten
Een eeuweling in prima conditie
Om 20u00 worden de straatlampen gedoofd. De verschillende wagens steken dan ruim 100.000 lampjes aan en zorgen op die manier voor een feeëriek schouwspel waar duizenden toeschouwers zich elk jaar weer aan komen vergapen.
De stoet wordt vergezeld door een aantal muziekkorpsen en uiteraard mogen ook de historische reuzen ‘Jan en Julia’ niet ontbreken op deze toeristische trekpleister.
Reeds in 1885 was er sprake van een lichtstoet in het Kempense gehucht. Het waren oorspronkelijk ‘De Schepersvrienden’ die de aanzet gaven tot het hele lichtstoetgebeuren waar elk jaar reikhalzend naar wordt uitgekeken, zowel door de toeschouwers als door de ruim 200 wagenbouwers zelf.
Getooid met fakkels en lampions trokken de inwoners van Mol-Ginderbuiten meer dan 100 jaar geleden door de straten om op die manier de jaarlijkse kermis te openen.
Hondskarretjes, kruiwagens, stootwagens versierd met varens en brem, papieren lampions: ze deden allemaal hun intrede in de stoet die begin jaren zestig met de intrede van de gloeilamp een ware gedaanteverandering onderging. Tot op heden draait de lichtstoet nog steeds rond die simpele maar o zo mooie gloeilamp.
Niet voor niets wordt de Lichtstoet van Mol-Ginderbuiten ‘De Stoet van de 100.000 lampjes’ genoemd. Een koosnaam waar menig Ginderbuitenaar bijzonder trots op is.
Doordat de verschillende deelnemende groepen de lat steeds hoger en hoger hebben gelegd, groeide de stoet de jongste jaren uit tot een internationaal evenement waardoor duizenden mensen elk jaar weer de weg naar Ginderbuiten vinden.
Logisch dan ook dat de Lichtstoet van Mol-Ginderbuiten ruime weerklank vindt in de geschreven, gesproken en gefilmde pers.